In het maatschappelijk verkeer kom je altijd wel dubbele namen tegen die mogelijk voor verwarring zorgen. Zo is het voor een leerkracht enorm moeilijk om die twee Lisa’s met blond haar uit elkaar te houden, kan P. De Boer bij de bridgeclub misschien wel voor vier verschillende leden staan en de achternaam Rutte komt in de politieke wereld zelfs meerdere keren voor. Het is dan ook niet mogelijk om enigszins een beroep te doen op het alleenrecht van een naam als het gaat om voor- of achternamen. Binnen het bedrijfsleven is dit uiteraard wel mogelijk als we kijken naar het handelsnamenrecht. In dit artikel zullen we kijken of een bedrijf met een voornaam in de handelsnaam, in dit geval de naam ‘Jan’, een geslaagd beroep kan doen op inbreuk.
Voornaam in de handelsnaam
Kort gezegd is de handelsnaam de naam van het bedrijf welke zij voert in het maatschappelijk verkeer. Een bedrijf kan alleen rechten ontlenen aan deze naam als zij deze naam daadwerkelijk gebruikt, een inschrijving bij de KvK is dus niet voldoende. Als een onderneming de handelsnaam ook daadwerkelijk voert, hier actief mee is en zijn onderneming in mindere of meerdere mate succesvol runt, wat kan zij dan doen tegen mogelijke kapers op de kust die dezelfde naam gebruiken?
Het geschil
Dat vroeg het bedrijf JAN zich ook af. JAN is een bedrijf wat zich heeft gespecialiseerd op het gebied van accountancy en belastingadvies. JAN richt zich met zijn pakkende handelsnaam voornamelijk op ondernemers die het bedrijf kunnen vinden via verschillende domeinnamen zoals www.JAN.nl en www.Jan.nl. Het advieskantoor heeft de handelsnaam en het logo ook laten vastleggen als Benelux woord- en beeldmerk. De kaper op de kust voor JAN betreft de website www.jandebelastingman.nl. Deze website is afkomstig van een student Fiscaal Recht die als scriptieproject een gratis gebruiksvriendelijke chatbot heeft ontwikkeld om mensen te helpen bij hun aangifte inkomensbelasting. De chatbot is specifiek gericht op mensen met een laag inkomen of mensen die de Nederlandse taal niet volledig machtig zijn.
Bedrijf JAN stelt dat sprake is van merkinbreuk en inbreuk van haar handelsnaam omdat zij van mening was dat de overeenkomsten op auditief, visueel en begripsmatig gebied te groot waren en dat sprake is van (soort)gelijke fiscale diensten.
De student van Jan de Belastingman verweert zich tegen de eis van JAN door aan te geven dat hij maar één dienst aanbiedt, gericht op een andere doelgroep én dat ‘Jan’ nooit wordt gebruikt zonder de toevoeging ‘de Belastingman’. De totaalindrukken zijn hierdoor anders.
Oordeel rechtbank
In een kort geding oordeelde de rechter in het voordeel van Jan de Belastingman en wees de vordering van JAN af. De voorzieningenrechter gaf hierbij als onderbouwing dat het woordmerk en het teken slecht in geringe mate overeenstemmen, namelijk door het gebruik van ‘Jan’. Het beschrijvende deel ‘de Belastingman’ beperkt de overeenstemming verder. Partijen hadden verschillende werkwijzen voor hun verschillende diensten en zij richtten zich beide op andere doelgroepen. Gevaar voor verwarring was niet aannemelijk volgens de voorzieningenrechter en daarmee was geen sprake van inbreuk op het woordmerk en de handelsnaam van JAN. Ook is niet vast komen te staan dat het publiek denkt dat sprake is van een commerciële relatie tussen beide partijen of dat de student met Jan de Belastingman wil profiteren van JAN.
Deze uitspraak leert ons dat enige overeenstemming niet kan leiden tot een directe inbreuk op de merk- en handelsnaam. Deze bedrijven kunnen dus naast elkaar bestaan zonder dat er inbreuk wordt gemaakt. Informeer jezelf daarom goed voordat je een merk of handelsnaam wil beschermen.